In hun eigen woorden vertellen vier veerkrachtige Rohingya kinderen, Mobarak (16), Achiya (15), Jonayed (12) en Sukutara (12), een verhaal van gevaar en moed. Ze ontvluchtten de oorlog, wisten de grens over te steken, werden vluchtelingen en wonen nu in het grootste vluchtelingenkamp ter wereld: Cox Bazar in Bangladesh.
Neem een paar minuten de tijd om naar deze bijzondere kinderen te luisteren…
“Toen we in Myanmar woonden, had ik geen idee wat een vluchteling was! We hadden dat woord nog nooit gehoord.” - Achiya (15)
“We werden daar (in Myanmar) onderdrukt. Ons huis werd in brand gestoken, vrouwen werden verkracht en veel kinderen stierven. We hebben veel moeten verduren om aan voedsel en andere dingen te komen.” – Mobarak (16)
“Onze buren en veel van mijn vrienden werden neergeschoten en verbrand in Myanmar.” – Joyaned (12)
“Ik kwam hier alleen en ontmoette mijn ouders 10 tot 12 dagen later. Ik mis mijn huis, mijn spullen, mijn moskee en mijn school in Myanmar.” – Sukutara (12)
“We hadden al een heel eind gelopen, toen we werden teruggedreven naar huis. We begonnen opnieuw aan de reis, maar er was een helikopter in de lucht die ons weer terugjoeg. Op de een of andere manier slaagde ik er eindelijk in de grens over te steken. ” – Sukutara
“We bleven twee maanden in een dorp aan de grens.” – Mobarak
“Onderweg naar Bangladesh moesten we de rivier oversteken. We hadden geen voedsel om te eten en geen druppel water om te drinken. We leden de hele weg honger.” – Jonayed
“We konden helemaal niets meenemen toen we vluchtten uit Myanmar. We moesten ons leven zien te redden, en dat is gelukt.” – Achiya
"We wonen in het kamp, maar hebben gebrek aan voedsel, onderdak, bad- en toiletfaciliteiten en alles.” – Mobarak
“We krijgen kleinere hoeveelheden rantsoen. Dus de voedselrantsoenen zijn niet genoeg voor ons. Dat is ook een grote uitdaging. We krijgen 13kg rijst per persoon per maand, dat is niet genoeg om de maand door te komen.” – Achiya
“Het moeilijkste in het kamp is dat er elk jaar aardverschuivingen zijn, waardoor ons onderkomen weer wordt beschadigd en de tentdoeken eraf worden gescheurd.” – Sukutara
“Als ik over het pad door het kamp loop, stinkt het. Het kamp is altijd vies.” – Joyaned
“We hebben heel wat moeilijkheden doorstaan sinds we uit Myanmar zijn vertrokken. Hier in Bangladesh staan we ook voor veel uitdagingen.” – Achiya
“Tijdens de lockdown hebben we heel wat te verduren gehad. Ons onderkomen is klein en er wonen veel mensen in. Het kamp is heel dicht bevolkt. Dus het was moeilijk voor ons.”- Sukutura
“We kunnen niet alleen maar studeren en niets doen, onze tijd doelloos doorbrengen. Onze school is al meer dan een jaar gesloten. Mijn lievelingsvak op school is Engels.” – Joyaned
“Door de lockdown is onze school nu al een jaar gesloten. Nu kunnen we niet meer naar school gaan. Ik vind de meeste vakken op school leuk. We leren er onder andere Engels en Burmees.” – Mobarak
“Er is een World Vision centrum dichtbij. Ik ging daar naar bijeenkomsten. Ik leerde er vaardigheden, zoals het borduren en bedrukken van kleding. Ze wilden ons ook andere vaardigheden leren. Maar vanwege de lockdown is het centrum nu gesloten.” – Achiya
Xavier Sku
Op 22 maart woedde er in delen van het kamp een grote brand, die veel verwoestingen aanrichtte en mensenlevens eiste.
“Mensen sloegen op de vlucht, want het was een enorme brand. Ik raakte gescheiden van mijn ouders en broers. Ik was helemaal alleen. Ik verdwaalde in de mensenmenigte en was doodsbang. Ik dacht dat ik dood ging en dat niemand me zou kunnen vinden als ik daar zou sterven.” – Sukutara
“Veel onderkomens werden verwoest door de brand. We vreesden dat we dood zouden gaan. Toen we weer thuis kwamen, was er geen korrel rijst meer te eten. Alles was uit ons huis geplunderd.” – Achiya
“Het was beangstigend, omdat het zo’n enorme klap was. Al onze bezittingen, waaronder geld en andere dingen, waren verbrand. We hebben niets kunnen redden. We ruimden de plek op en bleven daar, alleen beschut door een tentzeil.” – Mobarak
“We begonnen hier bijna te wennen. Maar het verwoestende vuur vernielde alles opnieuw.” – Sukutara
Xavier Sku
Om te garanderen dat kinderen en families die zijn getroffen door de brand kunnen overleven, hebben we 1,2 miljoen warme-maaltijdpakketten verspreid onder 50,000 getroffen families. We hebben gezorgd voor duizenden hygiënepakketten voor vrouwen, 51 straatlantaarns geplaatst in Kamp 8E (een van de zwaarst getroffen kampen), 96 latrines gerepareerd, 3.347.000 liter gechloreerd noodwater aangevoerd en 4 watertanks geplaatst als onderdeel van het project om de waterleidingnetwerken te herbouwen.
Te midden van rampen als brand, cyclonen, of een wereldwijde pandemie, zijn onze programma’s flexibel en aanpasbaar. Door samen te werken met lokale gemeenschappen, zorgen we ervoor dat we direct inspelen op de meest dringende noden, waarmee vluchtelingenkinderen en hun families op dat moment kampen.
In vluchtelingenkampen wereldwijd werken we om veerkrachtige kinderen te helpen overleven, herstellen en toewerken naar het bouwen aan een betere toekomst.
Wat kan ik doen?
Het is gemakkelijk om je hulpeloos te voelen in situaties als deze, maar wees gerust ... jij, wij en alle mensen die het willen kunnen samen een verschil maken en levens veranderen. En dat doen we!
Er zijn drie verschillende manieren waarop je deel kunt uitmaken van de verandering.
- 1
Doneer
Elke donatie maakt een verschil. Met help een kind in gevaar help jij kinderen die op de gevaarlijkste plekken ter wereld leven.
Geef nu - 2
Teken onze petitie
Voeg jouw stem toe om een beter leven te eisen voor vluchtelingenkinderen.
- 3
Deel op sociale media
Bewustwording is essentieel. Help mensen om zich bewust te worden van de situatie en van het verschil dat we samen kunnen maken.